Grapperhaus neemt onrust over nieuwe wapenwet weg

Aanvragers van een wapenvergunning zal niet worden gevraagd naar persoonskenmerken als religie of politieke opvattingen. Het omstreden artikel in de nieuwe Wet wapens en munitie, over de verwerking van persoonsgegevens als ras en etnische afkomst, is ‘feitelijk overbodig’ en geeft de politie ‘geen nieuwe bevoegdheid’. Daarom is het bij nader inzien uit het wetsvoorstel geschrapt. 

Dat heeft minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) aan de Tweede Kamer laten weten. De Kamer debatteert dinsdagavond over de Wet wapens en munitie (Wwm). Aanpassing van de wet is nodig vanwege een Europese richtlijn, die illegaal wapenbezit moeilijker moet maken door strengere controle. Aanleiding waren de terroristische aanslagen in Parijs in 2015.

De coalitiepartijen CDA en D66, alsmede oppositiepartij SP, zetten in september in een schriftelijke vragenronde grote vraagtekens bij het betwiste wetsartikel 44, dat luidt: ‘Ten behoeve van de taakuitoefening op grond van deze wet kan de korpschef persoonsgegevens verwerken waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen kunnen blijken (…).’

De huiverige Kamerleden Chris van Dam (CDA), Monica den Boer (D66) en Michiel van Nispen (SP) betoonden zich ‘geen voorstander van het verzamelen van bijzondere persoonsgegevens’ en eisten meer waarborgen voor ‘rechtszekerheid en proportionaliteit’. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens en de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) waren zeer kritisch.

Na een publicatie in de Volkskrant over de breed gedeelde zorgen bezwoer Grapperhaus dat Justitie geenszins van plan was om etnische afkomst, politieke opvatting, religie of ras te registreren van iedereen die een wapenvergunning aanvraagt. Maar de politie, waar een vergunning moet worden aangevraagd, kan wel tegen zulke informatie ‘aanlopen’ en dan moet zij deze kunnen ‘gebruiken’, ‘verwerken’ en ‘kunnen uitwisselen met andere lidstaten’, zei Grapperhaus toen.

Onvoldoende duidelijkheid

In zijn nadere uitleg schrijft Grapperhaus: ‘Ik constateer dat de toelichting bij dit wetsvoorstel op dit punt onvoldoende duidelijkheid heeft geboden.’ Hij gaat uitvoerig in op de totstandkoming van het wetsvoorstel, waar de ook door Europa vereiste Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) – met sinds mei 2018 veel strengere privacywetgeving – dwars doorheen loopt.

Voortaan valt de bevoegdheid die de korpschef heeft om de aanvraag voor een wapenvergunning te onderzoeken onder deze AVG, en niet langer onder de Wet politiegegevens (Wpg). Met een speciale Aanpassingswet is daarvoor een grondslag in de AVG gemaakt. Omdat niet zeker was dat die Aanpassingswet op tijd van kracht zou zijn, is toen de letterlijke tekst daaruit als artikel 44 in de Wet wapens en munitie opgenomen.

Grapperhaus schrijft de Kamer nu dat artikel 44 ‘feitelijk geen onderdeel meer is van het wetsvoorstel’, omdat de Aanpassingswet AVG erin voorziet. Die is inmiddels al door de Kamer aangenomen. Hij schrijft ook dat het feit dat de korpschef een grondslag heeft om persoonsgegevens te verwerken ‘uitdrukkelijk moet worden onderscheiden van een taak’. Er is dus geen sprake van actieve registratie bij het verzoek om een wapenvergunning.

Psychische problemen

Standaard is dat de politie bij een aanvraag voor een wapenvergunning een antecedentenonderzoek doet en een huisbezoek aflegt. Ook wordt de aanvrager bevraagd. Daarbij kunnen contacten met gewelddadige politieke of religieuze bewegingen tevoorschijn komen. Die zijn van belang bij de afweging of iemand een wapen kan worden toevertrouwd. Verder is een veroordeling wegens een geweldsdelict een gebruikelijke grond voor weigering, net als een kwetsbare gezondheidstoestand (zoals een opname na psychische problemen).

De Kamerleden van CDA, D66 en SP willen in het debat van de minister ook mondeling horen of de bescherming van persoonsgegevens nu voldoende is gewaarborgd. D66-Kamerlid Den Boer overweegt hierover nog een amendement in te dienen, omdat zij er niet gerust op is dat discriminatie is uitgesloten. Directeur Sander Duisterhof van de KNSA is gerustgesteld. ‘De commotie heeft geholpen. Met zijn toelichting borgt de minister dat de politie geen misbruik van haar bevoegdheid zal maken. Daar zullen wij hem aan houden. Voor mij is de zaak afgedaan.’

Bron: de Volkskrant
Foto: ANP