Gerechtshof in Arnhem stelt KNSA in het gelijk inzake vermelding op zwarte lijst

Nadat de Rechtbank in Arnhem op 8 februari 2017 de KNSA in het gelijk stelde, heeft ook in hoger beroep het Gerechtshof in Arnhem, bij uitspraak van 14 mei 2019 met zaaknummer 200.216.737/01, de KNSA in het gelijk gesteld. In deze zaak gaat het om iemand aan wie door de KNSA de status van schutter is ontnomen en dientengevolge is opgenomen op de KNSA “zwarte lijst”.

Voor het inzien van deze uitspraak, klik hier: https://uitspraken.rechtspraak.nl

In het vonnis van de Rechtbank was al duidelijk gesteld dat de KNSA, op grond van haar grondwettelijke recht van vrijheid van vereniging, zelf mag beslissen wie zij als lid tot haar vereniging toelaat en ook dat zij haar verenigingen (haar leden dus) kan verplichten om bepaalde personen als lid niet toe te laten. Ook de omstandigheid dat betrokkene beschikte over een Verklaring Omtrent het Gedrag en een verlof is geen reden om de KNSA te verplichten betrokkene als lid bij één van haar schietsportverenigingen toe te laten.

Anders dan betrokkene beweerde – onder verwijzing naar een uitspraak van de Raad van State – oefent, zo meent de Rechtbank, de KNSA geen publiekrechtelijke bevoegdheid uit door het stellen van voorwaarden bij personen die als sportschutters worden toegelaten. Juist de vrijheid van vereniging houdt mede in dat de KNSA voorwaarden kan stellen aan het aanmerken van personen als sportschutters. Voldoet een persoon daaraan niet, dan kan de KNSA een aangesloten vereniging – op grond van haar statuten – verplichten om het lidmaatschap van die persoon te weigeren dan wel op te zeggen.

Deze overwegingen van de Rechtbank worden door het Hof onderschreven en alle grieven in beroep falen. Deze uitspraak is een belangrijke uitspraak voor de KNSA. Hiermee wordt het beleid ten aanzien van het weren van ongewenste personen in de schietsport, kracht bijgezet en de bevoegdheden die de KNSA hierin heeft, bevestigd.

Bron: KNSA